Als je me 10 jaar geleden had gezegd dat ik als 34-jarige moeder meerdere bedrijven zou runnen, dan had ik je waarschijnlijk keihard uitgelachen. Ik ben opgegroeid in een rijtjeshuis in Huizen, en als dochter van een ambtenaar en huismoeder is het ondernemen allesbehalve met de paplepel ingegoten. Ik volgde het gebaande pad van studeren naar een vast contract, maar nergens hield ik het langer dan twee jaar vol. Het verplichte aanwezig moeten zijn, werken op vaste tijden, doen wat een ander me opdraagt… Het was niks voor mij.
Mijn eerste dag als ondernemer was op 1 augustus 2017. Maar het had eigenlijk veel eerder kunnen zijn. De drempel om voor mezelf te beginnen vond ik gigantisch en ik heb het daarom jarenlang uitgesteld, puur uit angst voor het onbekende. Jaren waarin ik alleen maar andermans ballen hoog hield en ikzelf op de tweede plek kwam. En dat hooguit even in het weekend, als het huishouden gedaan was.
Uiteindelijk was het mijn vader die er indirect voor zorgde dat ik toch de stap zette: hij werd plotseling zo ziek dat het er op leek dat hij het niet zou redden. Hij werkte zich ruim veertig jaar uit de naad voor dezelfde werkgever, was net met pensioen en toen… wilde zijn lichaam niet meer.
Een eye opener was het: wilde ik datzelfde pad bewandelen? Alleen maar werken voor een ander? Altijd maar moeten haasten om op tijd ergens te zijn? Altijd druk zijn? Weinig tijd hebben voor m’n gezin en de andere dingen in het leven die écht belangrijk zijn? Hell no.